‘Destroyer’ portretteert een onvergeeflijk Los Angeles: corruptie heerst in de door de zon verhitte betonnen toendra, die niet onverwacht een broeihaard blijkt voor criminelen van alle maten en gewichten.

Al even onvergeeflijk is het hoofdpersonage. Politie-inspecteur Erin Bell (Kidman) is lastig, onsympathiek en gevaarlijk. De getormenteerde inspecteur voerde 17 jaar geleden een undercoveropdracht uit waarbij haar partner - zowel professioneel als privé -  om het leven kwam. Dit trauma vreet aan haar en verspreidt zich als een kanker door haar lichaam en haar geest. Nicole Kidman verdwijnt in haar personage en verschaft haar een lichamelijkheid die meer vertelt dan woorden ooit zouden kunnen overbrengen.

Ongevraagd betreedt ze de crime scene van haar collega’s: een neergeschoten John Doe met drie vreemde stippen in zijn nek en een paars gekleurd bankbriefje als visitekaartje bij zijn lichaam achtergelaten. De LAPD-inspecteurs behandelen haar met minachting, zelfs wanneer ze mompelt dat ze weet door wie de man aan zijn einde is gekomen. Het paarse biljet wijst immers op dezelfde gangsterbaas die haar partner Chris (Sebastian Stan) vermoordde. 

Regisseur Karyn Kusama toont zich niet alleen deskundig in het opzetten van ontroerende dialogen, met de hulp van componist Theodore Shapiro, maar ook in het dirigeren van virtuoze actiescenes, met zelfs één huzarenstukje dat Michaels Manns ‘Heat’ (1995) evoceert. Bovendien creëert ze met de hulp van Kidman een moeilijk en problematisch personage. Mannelijke antihelden juichen we toe, maar vrouwen moeten doorgaans nog steeds knokken om the one who knocks te mogen spelen. Het levert nochtans fascinerende personages en fantastische performances op. Kidmans tour de force mag best naast die van Charlize Theron in ‘Monster’ (2003).  

Als je denkt dat goeie films een aangename protaginist nodig hebben, bewijst Karyn Kusama je graag het tegendeel.