Een naamloze chauffeur wacht in zijn onopvallende Chevy, met draaiende motor, tot de twee overvallers zijn ingestapt. Hij trekt niet op met piepende banden; hij scheurt niet weg met politiezwaailichten in de achteruitkijkspiegel; hij rijdt rustig en beheerst. Spreken doet hij niet. Hij luistert geconcentreerd naar de politiescanner. Wanneer een patrouillewagen nadert, dooft hij zijn lichten en verschuilt zich achter een vrachtwagen. Wanneer een politiehelikopter overvliegt, blijft hij uit het zoeklicht. Pas wanneer hij op de scanner hoort dat hij gezien is, trapt hij op het gaspedaal.
Ryan Gosling is magnetisch als knappe eenling, zwijgzaam, zachtaardig en heer en meester op de weg. Hij werkt in de garage van Shannon (Bryan Cranston) die hem behalve criminele klussen af en toe ook werk bezorgt als stuntrijder op de filmsets van Hollywood. Shannon wil met zijn meest getalenteerde chauffeur een nieuwe carrière starten in het professionele racecircuit en sluit daartoe een deal met twee maffiose zakenpartners. De jonge chauffeur maakt ondertussen kennis met buurvrouw Irene (Carey Mulligan) en haar zoontje Benicio.
Meer nog dan landgenoot Lars von Trier, die met 'Antichrist' en 'Melancholia' zelfbewuste horror- en een sciencefictionfilms maakte, en veel meer nog dan Tarantino die genrefilms vooral met een knipoog citeert, is Refn erin geslaagd een actiefilm te maken die aangrijpt, schokt, verbaast en blikken verlegt. Opwindend escapisme en onontkoombaar tegelijk.