Rupert Pupkin (Robert De Niro) is de nieuwste komische revelatie en niemand zal hem het tegendeel bewijzen. Alleen kan niemand zijn naam onthouden – was het nu Pupnik, Pipkin of Pumpkin? – en bestaat zijn huidige fanbase louter uit de kartonnen beeltenissen van Liza Minnelli en comedian en talkshowhost Jerry Langford (Jerry Lewis) die zijn living bewonen. In zijn waanzin ziet hij zichzelf slechts één stap verwijderd van alle roem waar hij zo naar verlangt: een comedy slot in de talkshow van zijn grote idool Langford. Langford zelf is echter allerminst onder de indruk van de handtekeningenjager en celebstalker, dus moet Pupkin overgaan tot drastische maatregelen.

De Niro zet met overtuiging een pijnlijk gemiddelde komiek en een erg gebroken man neer. ‘The King of Comedy’ werd destijds niet bijster enthousiast onthaald, maar wordt ondertussen bij zowel De Niro’s als Scorsese’s beste werk beschouwd.

'The King of Comedy' is de keuze van Jeroen Struys, filmjournalist bij onder meer De Standaard.

Best Martin Scorsese film? 'The King of Comedy', any day.
―
Mark Kermode (The Guardian)
This film about the cult of celebrity in America strikes me as a uniquely intelligent ironic masterpiece – though, witty as it is, it isn’t a comedy, despite what the title and the casting of Jerry Lewis might lead you to expect.
―
The Telegraph